Integraal en geïntegreerd lokaal preventie- en veiligheidsbeleid
De ontwikkeling van een zogenaamd “integraal en geïntegreerd” lokaal preventie- en veiligheidsbeleid vereist transversale werkzaamheden om dit beleid te beheren. Een permanente evaluatie van de effecten en impact van dit beleid is essentieel voor hun ontwikkeling en hun aanpassing aan de behoeften ter plaatse, en maakt het ook mogelijk om voor sommige van hen de noodzaak van financiering aan te tonen. De opleiding van professionals of toekomstige professionals moet ook een prioriteit blijven om de veiligheidssector te ontwikkelen.
Integrale beheersmethodologie en crisismanagement
1° Inleiding
“Veiligheid is een essentieel gemeenschappelijk goed, dat nauw verbonden is met ander gemeenschappelijk goed zoals sociale integratie, het recht op werk, gezondheid, onderwijs en cultuur. Toegang tot deze rechten bevordert ook het recht op veiligheid, dat niet alleen een mensenrecht is, maar ook een voorwaarde voor de duurzame ontwikkeling van de mens”. (Manifest 2017, EFUS).
Een goed integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid vereist vandaag de dag transversale, interdisciplinaire en intersectorale activiteiten, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende functies in de veiligheidsketen en een diversiteit aan stedelijke beroepen. Bijkomend speelt ook de ontwikkeling van nieuwe digitale beheers- en communicatietechnologieën een grote rol.
Crisisperiodes (zoals de huidige Covid-19-crisis) zorgen voor extra onzekerheid waarin de behoefte aan veiligheid, gezondheid en het behoud van de mensenrechten bij de gehele bevolking een meer prangende bezorgdheid wordt. Deze periodes maken het echter ook mogelijk om “veiligheid” beter te begrijpen, niet alleen in termen van delinquentie/geweld, maar ook in termen van huisvesting, gezondheid, voedsel, werkgelegenheid, enz.
Om het spectrum van de bestaande acties ter bestrijding van onveilige situaties alsook het onveiligheidsgevoel te verbreden, is het noodzakelijk om een integrale alomvattende aanpak te ontwikkelen, die tegelijk ook geïntegreerd is via “transversale” acties en een gecoördineerde samenwerking van diverse actoren.
Een integrale en geïntegreerde aanpak van het veiligheidsvraagstuk houdt in dat alle actoren in de “veiligheidscoproductie/-coconstructieketen” worden erkend en effectief deelnemen aan de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van dergelijk beleid.
Syngergieën ontstaan daar waar verschillende disciplines en partners de verzuiling doorbreken en alle sectoren in partnerschap bijdragen aan het algemeen belang en de stedelijke veiligheid. Niet alleen politie, gemeenschapswachten, maatschappelijk werkers, straathoekwerkers, jeugdwerkers, bemiddelaars, medewerkers op het terrein, enz. maar ook ruimtelijke planners, onderhoudsmedewerkers enz. dragen bij aan het aangenaam en veilig samenleven.
Een goed samenspel tussen de drie belangrijkste actoren – burgers, politici en lokale professionals (ambtenaren en private partners) – is cruciaal voor een grotere efficiëntie. Vandaag zijn het nog te vaak gescheiden rollen, de uitdaging bestaat erin deze te overstijgen.
De vraag is: wat staat een lokale transversale samenwerking in de weg? Hoe kunnen deze hindernissen worden overwonnen om een partnerschap te ontwikkelen of te bevorderen? Wie initieert/coördineert deze multi- en interdisciplinaire samenwerking? Het lokaal bestuur kan op elk van deze vragen een concreet antwoord bieden of er minstens een sleutelrol in spelen.
De ontwikkeling van een transversale preventiestrategie vraagt vooral aandacht voor de volgende methodologische uitdagingen:
- De participatie van burgers en de ontwikkeling van solidariteitsacties moeten worden versterkt, aangezien deze bijdragen tot het verstevigen van de sociale samenhang. De nieuwe participatieve dynamiek moet door alle beleidsniveaus worden ondersteund als alternatief voor “top-down” beleid, aangezien deze een boost geeft aan publiek-private samenwerking tussen het maatschappelijk middenveld en de publieke instellingen.
- De wildgroei aan veiligheidsberoepen, naast verdwijnende functies die bijdroegen aan de informele sociale controle zoals conciërges, brandweerlieden, veldwachters, de sociale rol van de postbode,… maakt ieders verantwoordelijkheid ondoorzichtig. Het is namelijk essentieel dat mensen weten tot wie ze zich kunnen richten, wat ieders rol en verantwoordelijkheden precies zijn, wat men mag verwachten en waar de finaliteit van iedere actor ligt.
- De lokale welzijns- en hulpverlenende diensten vinden de uitvoering van veiligheidsgerichte maatregelen die de federale overheid verwacht moeilijk omdat ze niet aansluiten op hun dagelijkse realiteit. De Belgische staatsstructuur maakt gecoördineerde oplossingen vinden er niet gemakkelijker op.
- De belangrijkste wetgeving omtrent preventiebeleid (rondzendbrieven, wetten, decreten, preventieplannen, verklaringen, etc.) en de financiering ervan gebeurt op verschillende beleidssniveaus (lokaal, gemeenschap, gewestelijk, nationaal). Het gebrek aan afstemming, de zogenaamd vertikale samenwerking of multilevel governance, maakt gezamelijke acties des te complexer. De veiligheidsketen “preventie-repressie-opvolging” moet zowel op federaal, regionaal als lokaal niveau worden gerealiseerd vanuit een meerjarenperspectief. Het financiële kader moet daaraan aangepast zijn en niet andersom. Dat veronderstelt indexering van de subsidies volgens objectieve en transparante criteria.
Vooral in tijden van crisis blijft de noodzaak bestaan om de menselijke aanwezigheid op het terrein te versterken en de diversiteit van de actoren (sociale bemiddelaars, opvoeders, toezichters, begeleiders, jeugdwerkers, …) te waarborgen. Daarom moeten we de synergie tussen de structuren én medewerkers verbeteren om ze in staat te stellen elkaar te ondersteunen en transversale acties (vlot) te organiseren.
Technologie is essentieel voor een goed crisisbeheer, niet in het minst op vlak van communicatie. Crisissituaties beheersen betekent ook desinformatie, miscommunicatie en ongegronde geruchten beheersen. Een positieve en constructieve samenwerking is noodzakelijk om eenduidige, correcte informatie te geven aan de burger en zo het vertrouwen in de (lokale) overheid te vrijwaren.
2° Presentatie van veelbelovende praktijken
De Belgische steden en gemeenten ontwikkelen hun eigen lokaal beleid op het gebied van preventie, veiligheid en sociale cohesie. Als organisatie zonder winstoogmerk ten dienste van de lokale overheden faciliteert BeFUS vzw de samenwerking, ondersteuning en inspiratie in de strijd tegen veiligheidsgerelateerde fenomenen en de inzet van innovatieve methodologieën.
Onder het grote aantal veelbelovende praktijken die de afgelopen 25 jaar door BeFUS vzw zijn ontwikkeld, aangemoedigd of gepromoot, presenteren we hieronder enkele veelbelovende praktijken waar de methodologie van transversaal, interdisciplinair en intersectoraal werken duidelijk naar voor komt. Naast de algemene doelstelling onveiligheidsgevoelens te voorkomen, hebben deze acties de meerwaarde dat er verschillende actoren betrokken zijn en dat er op verschillende gebieden (huisvesting, recht, inclusie, werkgelegenheid, …) wordt opgetreden om de sociale cohesie te bevorderen.
BeFUS, een vector van transversaliteit, heeft deze manier van werken voortdurend aangemoedigd. Als voorbeeld vinden we de volgende praktijken:
14/11/2007: BeFUS organiseert in het kader van partnerschap met de Koning Boudewijnstichting een studiedag tussen Brusselse professionals over het thema “lokale overheden, verenigingen en burgers, samen optredend op het gebied van onveiligheidsgevoel”. Het doel van de dag was het uitwisselen van goede praktijken in de strijd tegen het onveiligheidsgevoel in partnerschap met de lokale actoren, waaronder de burgers.
2019: BRUSAFE, oprichting van de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen om veiligheidsactoren fysiek samen te brengen tijdens hun opleiding. De missie:
- Een geïntegreerde en multidisciplinaire visie op de openbare veiligheid implementeren
- Ondersteuning van bestaande veiligheidsopleidingen door het delen van gemeenschappelijke processen
- Scholen voorzien van een gemeenschappelijke, multidisciplinaire infrastructuur om geïntegreerde en/of specifieke oefeningen voor elk beroep te organiseren.
- Bevordering van de rekrutering en het behoud van lokale werknemers in openbare veiligheidsberoepen
- De kennis en infrastructuur ter beschikking stellen van publieke of private organisaties.
2020: Digitalisering van een deel van de BeFUS-diensten door de ontwikkeling van een tweetalig digitaal samenwerkingsplatform dat het delen van ideeën en de organisatie van online workshops mogelijk maakt (bijv. nationaal netwerk 4 juni 2020). Het BeFUS heeft een aantal burgerinitiatieven in het kader van de Covid-19-pandemie gefaciliteerd.
2021 : Het FWVL ALARM Interreg-project: dit project beoogt de ontwikkeling van een operationele grensoverschrijdende samenwerking tussen de actoren van de civiele bescherming aan weerszijden van de Frans-Belgische grens, op verschillende niveaus:
- Bewustmaking en opleiding van verkozenen in de ontwikkeling van een grensoverschrijdende aanpak;
- Verkozenen steunen bij het opstellen van hun lokale nood- of veiligheidsplannen;
- Verbetering van de vertegenwoordiging van lokale overheden in grensoverschrijdende samenwerkingsorganen (opstellen van overeenkomsten tussen provinciegouverneurs en prefecten, commissie van goed nabuurschap);
- De verkozenen bewust te maken van hun civielrechtelijke en strafrechtelijke verantwoordelijkheden;
- Deelnemen aan een gemeenschappelijke aanpak van de lokale autoriteiten ten aanzien van hun bevolking in geval van ongevallen of crises;
- Verzamelingen van goede praktijken op het terrein
3° Conclusie
BeFUS vzw biedt de mogelijkheid om gevoelige/nieuwe uitdagingen aan te gaan en voort te bouwen op de reeds verworven expertise in dit domein. Terwijl transversaal werken al sinds de jaren 2000 wordt gepromoot als een veelbelovende methodologie voor het stedelijk veiligheidsbeleid, dwingt de huidige gezondheidscrisis professionals om zich aan te passen aan de nieuwe realiteit op het terrein.
In een context waarin de lokale autoriteiten het risico lopen dat hun middelen uitgeput raken, zijn zij door de nationale regeringen op de voorgrond geplaatst om de crisis zo goed mogelijk te beheersen, dankzij hun nabijheid tot de burgers en hun kennis van de lokale problematiek. Geconfronteerd met de noodsituatie hebben steden en gemeenten hun partners gemobiliseerd om crisispreventie- en beheersmaatregelen in te voeren, door middel van samenwerking tussen veiligheidsactoren in de breedste zin van het woord (maatschappelijk werkers, politie, brandweer, medische noodhulp, …).
Met de lockdowns werden de belangrijkste uitdagingen voor transversaal werk (hierboven genoemd) soms verergerd, soms verminderd in het licht van de urgentie van de situaties die medewerkers in de frontlinie ervaren. Zo is bijvoorbeeld de coördinatie en de uitwisseling van informatie tussen de verschillende stadsdiensten (gezondheid, veiligheid, enz.) en andere instellingen en agentschappen van bijzonder groot belang geweest.
Dankzij de crisis konden de bestaande samenwerkingsmechanismen gelegitimeerd worden, aangezien deze de nodige reorganisatie tijdens de crisis vaak hebben vergemakkelijkt. Deze crisis heeft aangetoond dat herbezinning over transversale visies en het heroverwegen van bestaande systemen voor een globale aanpak nodig is. Hierbij wordt best rekening gehouden met kwesties als voedsel, huisvesting, werkgelegenheid, geestelijke gezondheid, gezinssituatie, enz.
Daarom willen wij in 2021 aandringen op de noodzaak om transversale acties op basis van partnerschappen te ondersteunen. De gemeentelijke preventiediensten zijn de spil van dit partnerschapsbeheer dankzij hun inclusieve werkwijze en hun lokale verankering, die de participatie- en nabijheidsdynamiek tussen de actoren en de instellingen vergemakkelijkt.
De belangrijkste uitdagingen die moeten worden aangegaan om transversale en samenwerkingsverbanden te ontwikkelen op het gebied van criminaliteitspreventie en de bevordering van een gevoel van veiligheid zijn:
- Transversale actie moet het resultaat zijn van een “gedeelde diagnose” van de situatie onder alle partners. De diversiteit van de partners moet worden beschouwd als een troef bij het ontwerpen van lokale strategieën en de deelname van kwetsbare groepen aan de coproductie van deze strategieën moet ook worden bevorderd (Manifest 2017, EFUS).
- Een succesvolle samenwerking op lokaal, regionaal en transnationaal niveau moet gebaseerd zijn op vertrouwen tussen de verschillende belanghebbenden. De vaststelling van een operationeel kader is essentieel en een voorwaarde voor samenwerking op dit gebied. De betrokken actoren moeten op een precieze en duidelijke manier worden geïnformeerd over hun rol. Dit helpt overlappende bevoegdheden, spanningen en zorgen te voorkomen en bij te dragen tot een succesvolle uitvoering van de actie. Daartoe moeten gemeenschappelijke samenwerkingsbeginselen worden ontwikkeld om de opleiding van veiligheidsactoren te waarborgen (Manifest 2017, EFUS).
- We moeten een bottom-up beleid bevorderen en lokale verenigingen en initiatieven ondersteunen. We moeten het maatschappelijk middenveld helpen bij het ontwikkelen van alternatieven voor criminaliteit voor mensen en het waarborgen van hun bescherming.
Crisismanagement maakt het mogelijk om prioriteiten vast te stellen en vereist een constante reflectie over het “erna”:
- In tijden van crisis moet dit management zich richten op de ontwikkeling van veerkracht. Het belang van huisvesting als sleutelelement van risicobeperkingsstrategieën werd door de actoren op het terrein benadrukt.
- De crisis vraagt om een toename van de interdisciplinaire mobiele preventiediensten. Er moeten strategieën worden ontwikkeld om de economische en politieke gevolgen op maatschappelijk niveau te beperken. Er zijn twee belangrijke uitdagingen voor het werk op het terrein met betrekking tot het publiek dat door de crisis wordt getroffen: armoede en de onzekerheid die dagelijks wordt ervaren.
- De lockdown/versoepeling kan leiden tot een aanzienlijke vermindering van de “traditionele” vormen van criminaliteit, maar criminele groepen hebben zich aan deze nieuwe configuratie aangepast om sociale, economische en politieke kwetsbaarheden uit te buiten en er gebruik van te maken door middel van een diversificatie van de actiemiddelen (georganiseerde misdaad/fraude/cybercriminaliteit/ diversificatie van de drugshandel).
- Het is belangrijk dat de politie zich meer bewust wordt van de behoeften van kwetsbare gemeenschappen en dat de toepassing van lockdownmaatregelen dienovereenkomstig wordt aangepast om buitensporige repressie te voorkomen. We benadrukken hier de rol van de lokale overheden als tussenpersoon tussen de politie en het maatschappelijk middenveld om de relaties tussen de politie en de bevolking te bevorderen.
- De huidige gezondheidscrisis heeft geleid tot het gebruik van verschillende technologieën die onder andere helpen bij de bestrijding van de pandemie. Deze technologieën hebben verschillende doelstellingen: het informeren en begeleiden van burgers, het vergemakkelijken van de medische opvolging van patiënten tijdens en na de lockdown, contactopsporing, het controleren van openbare bijeenkomsten, het bewaken van social distancing en het opsporen van desinformatie op internet. Het gebruik van deze technologieën zou de overheid en de gezondheidsinstellingen in staat stellen sneller te reageren op de dreiging, maar het gebruik van locatiegegevens op grote schaal zou gevolgen kunnen hebben voor de gegevensbescherming en de privacy.
Na deze crisisperiode is het belangrijk na te denken over het onderhoud van de transversale middelen op het vlak van rapportering (partnerschap met apotheken, versturen van sms’jes, traceringstoepassing…), coördinatie, communicatie om een “partnerschapscultuur” te ontwikkelen en dat alle veiligheidsactoren “geïntegreerd zijn in een veiligheidsstrategie voor het algemeen belang” (Manifest 2017, EFUS). Deze beheersstrategie (preventie, behandeling/herstel en opvolging) is gebaseerd op :
- De behoefte aan “werkingskaders” voor de belanghebbenden (beschrijving van de specifieke kenmerken van elk van hen en de synergieën tussen alle betrokkenen)
- Constructieve samenwerking tussen gerechtelijke, administratieve, maatschappelijke, economische en fiscale autoriteiten
- Een focus op veiligheidsgerelateerde fenomenen (die een impact hebben op de redenen en oorzaken van veiligheidsvraagstukken) in een bepaalde wijk (buurtbenadering). Vandaag de dag zijn de 4 fenomenen of beleidsterreinen die de basis vormen van onveiligheid op lokaal niveau: preventie van slachtofferschap, vermindering van overlast, verbetering van samenleven en verbetering van de inclusie van personen.
Het goede beheer van een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid vandaag vereist transversaal, interdisciplinair en intersectoraal werk, rekening houdend met de verschillende beroepen van de veiligheidsketen en de verschillende stedelijke beroepen, maar ook met de ontwikkeling van nieuwe digitale technologieën voor beheer en communicatie. In tijden van crisis
moet dit beheer zich richten op de ontwikkeling van veerkracht.
Evaluatie van het lokale preventie en veiligheidsbeleid
De evaluatie van het lokale preventie- en veiligheidsbeleid is een cruciale stap in de uitvoering en de garantie van hun kwaliteit op korte, middellange en lange termijn. Het gaat erom de tijd te nemen om bepaalde diagnoses te stellen over het gevoel van onveiligheid, deze diagnoses te delen met de lokale partners en de concrete impact van de uitgevoerde acties te evalueren door te vertrouwen op noodzakelijke en relevante kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren voor de ontwikkeling van lokaal beleid.
Communicatie
Communicatie rond preventie en veiligheidsbeleid evolueert voortdurend. Het is essentieel om digitale communicatietechnologieën te ontwikkelen, maar ook deelnemen, met als doel collectieve inlichtingen te bundelen, goede praktijken op het gebied van preventie en veiligheid te bevorderen en over te dragen.
Rekrutering en opleiding
Rekrutering en opleiding op het gebied van preventie en veiligheid hebben tot doel bij te dragen tot een kwalitatieve aanpak en permanente innovatie van lokale openbare diensten en werpen veel uitdagingen voor recruteurs en personeelsmanagers op gemeentelijk niveau.
Financiering van het preventiebeleid
De financiering van het preventiebeleid is gebaseerd op de verschillende overheidsniveaus in België en in Europa. Het is vandaag nodig om deze financiering verder te diversifiëren door te vertrouwen op publiek-private partnerschappen, in een “win-win”-benadering en door beroep te doen op de fondsen van afdelingen voor maatschappelijk ondernemerschap en sociale marketing van ondernemingen (lokale of niet-lokale particuliere bedrijven, banken, stichtingen van openbaar belang, verzekeringen, enz.).