Memorandum 2024 van BeFUS vzw

Contextualisatie

Het Belgisch Forum voor Preventie en Veiligheid in de Steden vzw (=BeFUS) ijvert sinds 1995 voor doeltreffende en kwaliteitsvolle preventie- en veiligheidsmaatregelen op lokaal niveau. Zij doet dit via discussiefora, uitwisseling van goede praktijken en nodenbehartiging van haar leden. In 2023 verenigt BeFUS 62 Belgische gemeenten en instellingen. BeFUS is het nationale forum van EFUS en maakt deel uit van het Europees Forum voor Veiligheid en Preventie in de Steden die 250 steden telt als lid. 

Een integraal en geïntegreerd lokaal preventie- en veiligheidsbeleid dat op evenwichtige wijze inzet op preventie, herstel en handhaving staat centraal. Voor uitvoering van dit beleid sturen steden en gemeenten duizenden preventie- en veiligheidsmedewerkers aan, waarvan een 3.500-tal gesubsidieerd worden door diverse bovenlokale overheden voor een totaal van ongeveer 130 000 000€/jaar, hoofdzakelijk: 

  • Een 1.850-tal medewerkers in de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen, gefinancierd door de FOD Binnenlandse Zaken (ongeveer 35 074 835,12 €/jaar + 1 878 221,2 €/jaar voor ACTIVA 346, + 513 556,08 €/jaar voor ACTIVA 90, totaal van 37 466 612,4) 
  • Een 30-tal bemiddelaars i.h.k.v. Gemeentelijke Administratieve Sancties, gefinancierd door de POD Maatschappelijke Integratie (budget “Grote Steden”, ong. 1.874.000 €/jaar).
  • Een 700-tal medewerkers in de Sociale Cohesieplannen, gefinancierd door de Waalse Overheidsdienst (Binnenlandse Sociale Actie, ong. 36.120.000 €/jaar) 
  • Meer dan 700 medewerkers in de Preventie- en Nabijheidsplannen van de Brusselse gemeenten, gefinancierd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ong. 31.092.640 €/jaar) 
  • Een 180-tal medewerkers in diensten voor omkadering van de gerechtelijke alternatieve maatregelen, bestuurd door de FOD Justitie en gefinancierd door de gemeenschappen (ong. 9.100.000 €/jaar) 
  • Ex-veiligheidscontracten: 14.166.000€ voor 2023 aan de 29 gemeenten die meestal aan de lokale politiezone doorgestort hebben. 

Minstens zoveel preventie- en veiligheidsmedewerkers worden gefinancierd met eigen lokale middelen van de steden en gemeenten. 

Veiligheidsvragen komen op lokaal niveau aan de oppervlakte maar hangen vaak vast aan oorzaken die het lokale overstijgen. Een degelijke lokale aanpak impliceert dan ook een gezamenlijke aanpak met de verschillende bestuursniveaus. 

Een nieuwe beleidsvisie voor een duurzaam lokaal preventie- en veiligheidsbeleid is cruciaal

Samen met het European Forum for Urban Security erkent en onderschrijft het BeFUS de sturende rol van lokale besturen in het zorgen voor een leefbare, veilige, inclusieve en democratische samenleving.  

Tegelijk zetten nieuwe, ernstige uitdagingen diezelfde lokale overheden onder grote druk. Klimaatuitdagingen, migratie, armoede, wonen, polarisatie, artificiële intelligentie, desinformatie, institutionele crisissen, geopolitieke spanningen, … zijn globale trends die de lokale gemeenschappen op de een of ander manier fundamenteel impacteren.   

Het Belgisch Forum voor Preventie en Veiligheid in de Steden vzw zal zich de komende jaren dan ook focussen op het versterken van de deskundigheid, tevens rekening houdend met digitale ontwikkelingen. 

De investering in menselijk kapitaal is meer dan ooit noodzakelijk. De samenleving is de laatste 10 jaar enorm snel geëvolueerd. Lokale besturen moeten dan ook zeer wendbaar kunnen zijn, daarom besteden ze veel aandacht aan kennis- en talentontwikkeling. Er zijn vele netwerken tussen lokale preventiewerkers die van onderuit ontstaan zijn en waarbinnen een enorme expertise ontwikkeld en onderling gedeeld wordt. En niet omdat het moet, maar omdat men het wil! Het lokale preventie- en veiligheidsbeleid is het voorbije decennium, onder impuls en regie van lokale besturen, sterk geëvolueerd en enorm geprofessionaliseerd.  

Maar al dat potentieel zit vast in een verstarde inhoudelijk verouderde subsidiekader met een logge administratieve onderbouw. De precaire financiële situatie op alle niveaus maakt keuzes noodzakelijk en vergt een efficiënte verdeling en inzet van de middelen. Enkele fundamentele knelpunten die ons ertoe moeten aanzetten een nieuwe beleidsvisie te ontwikkelen om tot een sterker duurzaam lokaal preventie- en veiligheidsbeleid te kunnen komen: 

  1. Het federale beleidskader, de strategische veiligheids- en preventieplannen, zijn de voorbije 10 jaar niet veranderd. Sinds 2014 is er geen wezenlijke verandering, hervorming, evaluatie, bijsturing of wat dan ook doorgevoerd. Die inertie leidde tot een opeenvolging van tijdelijke verlengingen van beleidskader en een status quo van de financiering.  
    En dan nog niet te spreken over tal van andere beleidssectoren (onderwijs, welzijn, jeugd, economie, wonen, …) waar onrechtstreeks of zijdelings ook veiligheidsthema’s aangeraakt worden. 
  2. Het huidige lokale preventie- en veiligheidsbeleid heeft een enorm versnipperde financiering omdat regionale overheden stelselmatig meer initiatieven namen via thematische (subsidie)programma’s die rechtstreeks op lokale veiligheidsproblemen gericht zijn: radicalisering, intrafamiliaal geweld, polarisatie, bestuurlijk handhaven, etc. Dit leidt lokaal bovendien tot administratieve ‘nachtmerries’ en genereert veel nutteloos papierwerk.  Uiteindelijk komt de regie van die veiligheidsprojecten terecht bij de lokale preventiediensten of diensten integrale veiligheid die vaak al 20 tot 30 jaar bestaan. Dat is op zich logisch, want vele van die diensten zijn gespecialiseerd in regievoering, het opzetten van partnerships, innovatie en projectmanagement.  
  3. De expertise zit lokaal en die expertise wordt onvoldoende gebruikt om tot een vernieuwende beleidsvisie te komen. Er moet meer naar de ‘collectieve intelligentie’ geluisterd worden. Evaluaties zijn controle- en verantwoordingsinstrumenten voor subsidies geworden. Dat is verkeerd, want evaluaties zijn in essentie leer- of groeimomenten waaruit mensen motivatie putten en lokale besturen voortschrijdend inzicht vinden.

België was midden jaren 80, begin jaren 90 toonaangevend omwille van de manier waarop het integraal en geïntegreerd preventiebeleid werd georganiseerd. De veiligheidscontracten en de samenwerking tussen overheid, praktijkmensen en universiteiten vormden allemaal samen een uniek en vernieuwende vorm van samenwerking tussen lokale en bovenlokale overheden. Die voorsprong zijn we vandaag kwijt!  

Daarom is er dringend nood aan een nieuwe visie en een nieuw beleidskader dat de basis kan vormen voor betere ondersteuning voor een duurzaam lokaal preventie- en veiligheidsbeleid. In het volgende hoofdstuk een concreet overzicht van de manier waarop die ambitie gerealiseerd kan worden.

Stand van zaken : “25 jaar transversale aanpak om het veiligheidsgevoel te bevorderen”

Het Belgisch Forum voor Preventie en Veiligheid in de Steden sluit aan bij het EFUS (European Forum for Urban Security) en de andere nationale fora van lokale gemeenschappen en wordt het BeFUS (Belgian Forum for Urban Security). Het BeFUS biedt voortaan drie hoofddiensten aan om van de vzw een  “levend netwerk ” te maken van professionals in brede zin door op lokaal niveau “transversale” strategieën te implementeren.

Deze stand van zaken van de kapitalisatie van kennis in het 25-jarige bestaan van het BeFUS heeft geleid tot een wijziging van de boomstructuur van de manier waarop de gegevens van de vzw intern geklasseerd worden; deze boomstructuur is niet langer gebaseerd op de functies aangaande veiligheid in de steden (“Wie doet wat?”), maar volgt een thematische aanpak op verschillende niveaus (fenomenen, thema’s en subthema’s) waarmee de volgende vraag beantwoord kan worden: “Wat doen we samen en waarom?”.

In verband met de inclusie van mensen bijvoorbeeld vinden we de volgende zeven thema’s: sociale inclusie (werkgelegenheid, huisvesting, gezondheid), integratie van de jeugd, scholinghulp, inclusie van het migrantenpubliek, inclusie van mensen die aan een verslaving lijden, en burgerparticipatie. Het thema inclusie van het migrantenpubliek bestaat uit drie subthema’s: inclusie in de gastsamenleving, illegale immigratie en procedures voor vrijwillige terugkeer.

Volgens het BeFUS steunt veiligheid in de steden op vijf pijlers: (1) ontwikkeling van een gezamenlijke strategie op lokaal niveau inzake de vier beleidsterreinen die beschouwd worden als de kweekbodem voor onveiligheid en de overige vier pijlers vormen, met name: (2) inclusie, (3) samenleven, (4) preventie van overlast, (5) rehabilitatie van daders en steun aan de slachtoffers.

In verband met die fenomenen kunnen na 25 jaar heel wat aanbevelingen en praktijken naar voren worden geschoven die een noemenswaardige impact hebben gehad op de preventie van onveiligheid in de steden.

Hierna volgt per fenomeen een korte stand van zaken van de aanbevelingen die nog steeds prioritair zijn:

BeFUS = transversaliteitsas

Sinds 1995 promoot, verdedigt en coördineert het BeFUS de lokale preventieprogramma’s om de veiligheid in de Belgische steden en gemeenten beter te waarborgen. Met het oog daarop onderneemt de vzw elke actie die kadert in een beschouwing over verantwoord burgerschap, onveiligheid, strijd tegen sociale uitsluiting, levenskwaliteit en de nood aan geïntegreerde preventie, en ontwikkelt deze in aanvulling op de lokale acties van de politie en het gerecht. Voor zijn 63 steden en gemeenten die lid zijn, wil het BeFUS een onmisbare bron zijn om lokale praktijken en problemen te kunnen
identificeren en analyseren zodra ze zich voordoen. In die zin treedt het BeFUS op als hoofdrolspeleren “bestuurder van de transversaliteit”:

Om het voorbeeld te geven associeerde het BeFUS zich ook meermaals met structurele of specifieke partners om aan de zijde van professionals de problematische situaties op het terrein te ontrafelen en gedachtewisselingen in de hand te werken (bijvoorbeeld met het EFUS, het ICPC, het CSB, de VVSG, de KBS, Secunews, Citizenlab, enz.).

In alle geschriften ijvert het BeFUS voor de creatie van partnerships en stelt het methodologische hulp voor, met name door de actoren in een netwerk onder te brengen om zo een “partnershipcultuur” tot stand te brengen voor het gemeenschappelijke goed dat veiligheid heet. Voorbeelden van publicaties van het BeFUS met zijn partners: “Onveiligheidsgevoel en impact van de media” (2008), “Samen het
onveiligheidsgevoel aanpakken. Praktische handleiding voor de lokale actoren” (2010, “Gids voor preventie in België” (2010), gepubliceerd ter gelegenheid van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie, enz.

Dankzij transversaliteit kan worden ingespeeld op het gebrek aan middelen op lokaal niveau, want door samen te werken kunnen de kosten gedeeld worden en kan een vorm van “professionele solidariteit” ontwikkeld worden.

Transversaal werk als dit vereist dat de actoren elkaar vertrouwen (en bijgevolg dat de mentaliteit verandert) en dat iedereen zich er bewust van is dat er een gemeenschappelijke doelstelling is inzake hulp aan kwetsbare personen. Hulp voor mensen globaal aanpakken betekent dat er ook globaal nagedacht wordt en dat er een globale visie en methodologie zijn inzake de veiligheid en ontwikkeling van samenwerkingsreflexen (“iedereen werkt mee aan het geheel: inclusie/samenleven/overlast/rehabilitatie van daders”).

Deze beschouwingen leveren een bredere visie op veiligheid op, die rekening houdt met tal van domeinen met uiteenlopende beroepsculturen; alle actoren in verband met deze domeinen worden zo “partners” die moeten vergaderen over strategische transversale acties voor meer veiligheid en sociale cohesie.

De gezondheidscrisis 2020-2022

De gezondheidscrisis sinds 2020 noopte BeFUS om rekening te houden met het lijden van de besluitvormers en lokale actoren, a fortiori dat van eerstelijns preventieprofessionals, die met het nveiligheidsgevoel van de bevolking geconfronteerd worden en hun dagelijkse praktijken aan de behoeften van de burgers moeten aanpassen.

Al in het begin van de crisis ontwikkelde BeFUS zijn digitale aanbod en probeerde het zijn centrale rol bij informatieoverdracht en als brug tussen de professionals op het terrein, waar te maken (publicaties en vermelding van beslissingen die de regering tijdens de verschillende nationale veiligheidsraden nam, publicatie en verspreiding van de aanpassingen van de maatregelen voor de
steden en gemeenten die al dan niet supralokale subsidies ontvingen, vermelding van burgerinitiatieven in verband met de pandemie, uitwerking van aanbevelingen voor de gemeentelijke preventiediensten om hen te helpen om de federale maatregelen in de wijken door te voeren, enz.).

Deze crisisperiode leerde ons dat de partnerships die tijdens de lockdown(exit)periodes werden gecreëerd, inspelen op reële behoeften op de actieterreinen. Dankzij de crisis konden de wettelijkheid en relevantie van de globale en geïntegreerde benaderingen bevestigd worden.

In de toekomst wil het BeFUS meer dynamiek geven aan een interdisciplinair nationaal netwerk dat uit velddeskundigen bestaat en door het EFUS gesteund wordt, om te oordelen hoe efficiënt de tijdens de crisis ingevoerde maatregelen zijn, en om de lokale beheersstrategieën voor deze crisis en de gevolgen waarmee we geconfronteerd worden, te bespreken en te promoten.

Het colloquium voor 30 jaar preventie en veiligheid  van 22/9/2022 en de volgende colloquium op 19/10/2023

Op 21/1/2021 en 22/9/2022 stelden we voor om te werken op basis van 5 pijlers voor veiligheid in de steden, rond specifieke thema’s:

De bedoeling van de workshops was om u dankzij de technieken voor collectieve intelligentiesamen te doen werken aan de kwesties op het terrein die ons aanbelangen. In het begin van de lockdown (maart 2020) creëerde het BeFUSventuele gezamenlijke actie een digitaal platform voor gedachtewisselingen tussen professionals om te reageren op het feit dat de sociale (en meer bepaald professionele) contacten tijdens de pandemie werden afgebroken.

Dit platform is ook nu nog actief en dient als ondersteuning voor gedachtewisselingen in de toekomst. De kapitalisatie van de gegevens van het BeFUS die tijdens de workshops wordt voorgesteld, steunt op de noodzaak om de uitdagingen inzake een transversale benadering van het thema naar voren te schuiven. In deze analyses hebben we in eerste instantie de kernactoren geïdentificeerd en de centrale rol beklemtoond die aan het lokale niveau wordt toegekend ten overstaan van samenwerkingsreflexen in wording.

Vervolgens hebben we extra aandacht besteed aan de gevolgen van de acties voor de evolutie van de rechtskaders en de financieringen in dit verband (en vice versa). Tot slot hebben we gewezen op het belang van de evaluatie van de praktijken en de communicatie hierover, om te benadrukken hoe belangrijk het is om constructieve benaderingen ten overstaan van de partnershipscultuur te promoten. Daarom wordt tijdens de workshops een empirisch vraagstuk besproken in verband met de invoering op lokaal niveau van een eventuele gezamenlijke actie.

Conclusie

U hebt het wel begrepen: het BeFUS wil hét nationale netwerk zijn voor de lokale verkozenen en de professionals met interesse voor integrale en geïntegreerde veiligheid en met een strategische visie.

In 2024 willen we samen met u allen de nadruk leggen op drie kernpunten voor de toekomst van de lokale acties inzake veiligheid en preventie: