Overlast en gebrek aan burgerzin
Overlast en gebrek aan burgerzin zijn grotendeels verantwoordelijk voor het onveiligheidsgevoel. Overlast kan vele vormen aannemen en er zijn een groot aantal verschillende actoren bij betrokken.
Overlast en gebrek aan burgerzin
1° Inleiding
Weinig professionals maken het onderscheid tussen overlast en gebrek aan burgerzin. De term “Overlast” (gedefinieerd in 2011 binnen de Kadernota Integrale Veiligheid) is namelijk een algemene term die verwijst naar verschillende actieterreinen (veiligheid, netheid, lawaai, mobiliteit, gezondheid, …), terwijl “onbeschaafdheid” of “gebrek aan burgerzin” verwijst naar meer specifieke delicten of handelingen. Het is deze onduidelijke definitie die de gemeenten in staat stelt om hun prioriteiten te bepalen in de strijd tegen “overlast” en/of “meer burgerzin”.
We kunnen stellen dat publieke overlast en gebrek aan burgerzin een schending van de stilzwijgende gedragsregels in de samenleving vormen en verantwoordelijk zijn voor het onveiligheidsgevoel, omdat ze het sociale klimaat verstoren. Vormen van overlast zijn geluids- en geurhinder, visuele hinder of verbale hinder. Het kan ook gaan over het lozen van afval, achterlaten van hondenpoep, wildplassen, grafitti, … Wat vandaag de dag, op lokaal niveau, verwijst naar wat men “ecologische en milieuoverlast” kan noemen.
De preventie van overlast heeft meestal betrekking op het ingrijpen op de openbare ruimte. De openbare ruimte is de dag van vandaag immers de plaats waar wordt samengeleefd en waar mensen elkaar ontmoeten. Niet ieder stuk openbare ruimte is daar echter voor geschikt, om geschikt te zijn als plek voor ontmoeting, gezelligheid, gemengd gebruik en publieke en culturele verrijking moet het echter een plek zijn waar mensen zich comfortabel en veilig voelen.
Openbare overlast en gebrek aan burgerzin kunnen dus verschillende vormen aannemen en een groot aantal verschillende actoren met verschillende actieterreinen betrekken. Daarom moet een integrale en vooral geïntegreerde aanpak worden bevorderd door middel van “transversale” maatregelen.
De belangrijkste regelgeving met betrekking tot overlast is gevarieerd, bijvoorbeeld :
- GAS-wetgeving (gemeentelijke administratieve sancties)
- Regelgeving op niveau van de Gewesten met betrekking tot milieu
- Wetgeving met betrekking tot gemeenschapswachten
- De strategische veiligheids- en preventieplannen
- De Nieuwe Gemeentewet met specifieke opdrachten inzake politie en de bevoegdheden van de burgemeester
Een centrale vraag met betrekking tot overlast is: “Hoe zorg je voor een sereen klimaat in de openbare ruimte? Deze vraag kan in twee delen worden begrepen:
Hoe kunnen we als stad nieuwe/opduikende problemen in buurten op een zinvolle manier aanpakken?
Welke verenigende rol kunnen gemeenschapswachten in het openbaar domein spelen?
Een transversale strategie voor de preventie van overlast en gebrek aan burgerzin omvat de volgende punten:
- Een groot deel van de bevolking trekt zich niet veel aan van overlast … een anti-overlastbeleid is moeilijk te implementeren (bv. voor de strijd tegen wildplassen). Overlast heeft echter een reële impact op het gevoel van veiligheid.
- Overlast wordt niet alleen veroorzaakt door bijvoorbeeld verkrotte gebouwen, maar wordt veroorzaakt door personen die zich verplaatsen in het openbaar domein
- Overlast aanpakken verloopt ’s nachts anders dan overdag. Het is moeilijk om ’s nachts mensen te mobiliseren om overlast aan te pakken
- Een opkomend fenomeen: lachgas
- Een doordacht handhavingsbeleid via de gemeentelijke administratieve sancties
De uitdagingen die in het veld zijn vastgesteld om overlast en gebrek aan burgerzin te voorkomen, zijn de volgende:
- Noodzaak om te werken aan acties die het gedrag beïnvloeden
- Noodzaak om te werken op basis van de resultaten : de operationele uitvoering en de duurzaamheid van de resultaten moeten worden geëvalueerd.
- Noodzaak van opleiding van het preventiepersoneel en een open houding ten opzichte van innovatieve praktijken .
- EFUS-aanbeveling, Manifesto 2017: noodzaak om lokale strategieën te versterken, op basis van een gezamenlijke diagnose met partners, om effectief te voorkomen dat drugsmisbruik schade aanricht
- Lachgas: in het kader van een integrale aanpak moet een preventieve actie worden ontwikkeld (communicatie, boodschap over risico’s) gericht op het jonge publiek (geïdentificeerd als het doelpubliek) in combinatie met een efficiënt handhavingsbeleid (bv. consumptie verboden in de openbare ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Er moet ook rekening worden gehouden met de mediahype.
2° Presentatie van veelbelovende praktijken :
De Belgische steden en gemeenten ontwikkelen hun eigen lokaal beleid op het gebied van preventie, veiligheid en sociale cohesie. Als organisatie zonder winstoogmerk ten dienste van de lokale overheden faciliteert BeFUS vzw de samenwerking, ondersteuning en inspiratie in de strijd tegen veiligheid gerelateerde fenomenen en de inzet van innovatieve methodologieën.
Van het grote aantal veelbelovende praktijken die de afgelopen 25 jaar door BeFUS vzw zijn ontwikkeld, aangemoedigd of gepromoot, willen we er enkele presenteren die een belangrijke rol hebben gespeeld in de strategie ter voorkoming van overlast en die voldoen aan de volgende analytische criteria: een veelbelovende methodologie, een transversale aanpak, de noodzaak om het wettelijk kader aan te passen, een specifieke financiering, een uitstekende evaluatie en/of communicatie.
Deze praktijken zijn geïmplementeerd met de algemene doelstelling om het gevoel van veiligheid te verbeteren en de specifieke doelstelling om te werken aan de netheid van de openbare ruimte en het respect voor het milieu, zowel overdag als ‘s nachts. Omdat het gebruik van de openbare ruimte ’s nachts verandert, de behoeften en verwachtingen van de burgers niet hetzelfde zijn, verschillen de problemen en mogelijke antwoorden, waardoor het nodig is om het samenleven beter te organiseren en te werken aan een betere kwaliteit van het nachtleven.
Het BeFUS, een vector van de transversaliteit, heeft nooit opgehouden deze werkingswijze te bevorderen. Als voorbeeld vinden we de volgende praktijken:
In 2004 heeft de BeFUS een werkgroep “overlast” opgericht om na te denken over het project om een nieuw veiligheidsberoep te creëren: de “overlastmanager” of “publieke rustverantwoordelijke”, (“manager tranquilité publique” in het Frans) alsook over het wetsvoorstel tegen overlast. Deze werkgroep heeft met name geresulteerd in een brief aan de bevoegde ministers (minister van Binnenlandse Zaken, Grote Steden en Justitie) over het standpunt van de BeFUS in deze kwestie en om opnieuw te bevestigen dat een geïntegreerde aanpak op lokaal niveau moet worden gehandhaafd, rekening houdend met de bestaande maatregelen in de steden en gemeenten.
In 2010 in Evere, een vergadering van Belgische en Franse gemeenten over nachtbemiddeling en bemiddeling in de openbare ruimte. Vier steden deelden hun organisatiemethoden en informatie over de talrijke activiteiten van het “netwerk van corresponderende nacht- en sociale bemiddelingssteden”, de workshops, de doelstellingen en de ambities. Presentatie van de vijf praktische interventiegebieden van nachtelijke hulpverleners: nabijheid en aanwezigheid, afschrikking/conflictmanagement/aanpakken van geluidsoverlast, ondersteuning, begeleiding, informatie, en het aanpakken van mishandeling.
In 2017, oprichting van een “Nightlife Platform”, een ruimte voor reflectie en voorstellen die gekozen ambtenaren en technici van de lokale overheden en de betrokken overheid in het uitgaansleven (beroepsorganisaties, academici, deskundigen en burgers) samenbrengt. Dit platform biedt een transversale en deskundige aanpak aan zijn partners, om beter te begrijpen wat er ‘s nachts gebeurt. Het platform is tot stand gekomen in samenwerking tussen de gemeente, de preventiediensten en de politie om sneller oplossingen te vinden voor problemen en zo repressie te voorkomen. In 2019 wordt in samenwerking met het Brussels Gewest het “Nightlife Charter” (Sint-Jacobswijk) opgesteld om concreet gestalte te geven aan het engagement om overmatig alcoholgebruik, nachtlawaai en alle vormen van homofobie te bestrijden. Het zal worden ondersteund door een sticker op de ramen van de ondertekenaars. Het charter bevat ook praktische adviezen.
In 2018 stelt het Urban Sense- project (urinoirs en vuilnisbakken met planten) van de stad Mechelen een “Evaluatie van wildplassen: een aanpak via zintuigbeïnvloeding” voor. Mechelen stelt ook een project voor van kunstwerken op muren waar wordt geurineerd. Dankzij grote stickers die een reusachtig paar ogen op een deur voorstellen, is het mogelijk om het gedrag te beïnvloeden door het gevoel te ontwikkelen dat men wordt geobserveerd, wat helpt om de daders van overlast te ontmoedigen.
3° Conclusie
BeFUS vzw biedt de mogelijkheid om nieuweuitdagingen aan te gaan en voort te bouwen op de reeds verworven expertise in dit domein. In 2019 waren de aanbevelingen om overlast en gebrek aan burgerzin te voorkomen als volgt:
- De noodzaak om het bewustzijn van de risico’s van verslaving en overmatig gebruik van alcohol en drugs te vergroten en de daarmee gepaard gaande overlast te bagatelliseren.
- Noodzaak om de gebruikers van de openbare ruimte te sensibiliseren en bewust te maken van hun verantwoordelijkheden met het oog op het aannemen van burgerlijk gedrag (gedragsbeïnvloeding)
- Burgers mede-beheerder maken van de openbare ruimte en zo het gezamenlijk gebruik van die ruimte alsook het respect voor en door het respect voor elke gebruiker te verhogen.
Vandaag, in 2021, willen we, om deze aanbevelingen effectief te laten zijn, de nadruk leggen op de noodzaak om acties op basis van partnerschappen te ondersteunen. De gemeentelijke preventiediensten zijn de spil in het partnerschap van de overlast, omwille van:
- Hun inclusieve en veelzijdige manier van werken
- Hun lokale verankering, de participatie vanen de verbondheid tussen actoren en/of instellingen vergemakkelijkt.
De belangrijkste uitdagingen rond de preventie van overlast zijn :
- De noodzaak van een globale oplossing om te voorkomen dat het overlastprobleem verschuift
- De noodzaak van gedragen beleidsinstrumenten ter voorkoming van overlast
- De noodzaak om na te denken over goedkope campagnes of quick wins. Bewustwording over de mogelijkheden van stadsplanning binnen het preventiebeleid en veilige vormgeving van de openbare ruimte (bijvoorbeeld de ontwikkeling van het gevoel om bekeken te worden).
Tijdens de gezondheidscrisis hebben sommige steden (zoals Moeskroen en Oostende) kunnen zien dat er een ongebruikelijk “transversaal netwerk” was opgezet. Dit werk werd in de eerste plaats gemotiveerd door de kracht van de omstandigheden, de urgentie van de gezondheidssituatie, maar vooral om tegemoet te komen aan de behoefte aan professionele solidariteit met betrekking tot de gevolgen van de pandemie voor de openbare ruimte. Straathoekwerkers, gemeenschapswachten, … werkten samen voor de burgers in bepaalde taken die verband houden met de crisissituatie (en leidden dus af van de gebruikelijke taken) (bv. het uitdelen van enveloppen met maskers voor de burgers) om de rust in de gemeenschap te behouden. Deze partnerschappen benadrukken de mogelijkheden van samenwerking om een crisissituatie om te zetten in nieuwekansen en opportuniteiten tot samenwerking.
Overlast en onbekwaamheden kunnen hoorbaar, olfactorisch, visueel of verbaal zijn. Ze vertegenwoordigen schendingen van de stilzwijgende gedragsregels in de samenleving. Ze zijn verantwoordelijk voor het gevoel van onveiligheid omdat ze het sociale klimaat verstoren. Het kan gaan om illegale afzettingen, uitwerpselen van honden, wilde urine, tags, … Wat tegenwoordig verwijst naar wat men kan noemen “ecologische en milieuoverlast” op lokaal niveau.
Beleid voor het nachtleven
1° Inleiding
Het nachtleven (en het publiek dat daarmee in aanmerking komt) verschilt van die van de dag. Deze sector is zowel cultureel als economisch zeer verrijkend. De viering van feestelijke avonden, het probleem van geluidsoverlast ‘s nachts en de gevolgen van bepaalde mensen die rondzwerven zijn interessante punten die moeten worden ontwikkeld voor lokaal nachtbeveiligingsbeheer, dat een complexe aanpassing van lokale openbare diensten vereist.
Maar de nacht kan ook synoniem worden met onveiligheid in de straten van verschillende gemeenten in België. De donkere fase zorgt voor de ontwikkeling van probleemgedrag zoals drugsgebruik, alcoholgebruik, het nemen van risico’s bij geslachtsgemeenschap of zelfs gebrek aan toestemming. Daarnaast is er een toename van nieuwe illegale middelen, wat voor nieuwe uitdagingen voor de gemeenten zorgt. Het is duidelijk dat de drugsmarkt veel negatieve gevolgen heeft, zoals Een gevoel van onveiligheid (bijvoorbeeld door de
openbare ruimte in beslag te nemen voor het verkeer).
Het is daarom bijzonder interessant om naar het nachtleven te kijken, aangezien het attitudes omvat die, hoewel ze overdag aanwezig zijn, nog steeds in de minderheid zijn. Veel jongeren, vooral vrouwen, voelen zich onveilig op straat. Het risico van seksueel geweld creëert een angst die de bewegingsvrijheid van een deel van de bevolking beperkt. Fluitjes en ongewenste aanrakingen versterken dit gevoel van onveiligheid.
Meer recentelijk hebben nieuwe getuigenissen illegaal drugsgebruik in bepaalde nachtclubs en bars aan het licht gebracht. Als reactie hierop werd de #balancetonbar-beweging gevormd om dergelijke daden aan de kaak te stellen. Hierdoor wordt niet alleen de straat meer als gevaarlijk gemarkeerd, maar vertonen ook de discotheken tekenen van gevaar. De uitgaansgemeenschap, die al zwaar getroffen is door de pandemie, wil dat
onmiddellijk en krachtig wordt gereageerd om dit probleem in te dammen. Er zijn verschillende actoren om deze aanvallen in de nachtleven wereld tegen te gaan. Vooral de nachtwakers en hun aanwezigheid in de straten van de verschillende gemeentes in België dragen bij aan het vergroten van het veiligheidsgevoel.
De cel van de nachtbemiddelaars heeft tot doel bij te dragen tot de verbetering van het veiligheidsgevoel van de burgers door het samenleven in de openbare ruimte te bevorderen en, bijgevolg, tot het behoud van de levenskwaliteit van de burgers. De politie blijft het enige medium dat de hele nacht kan worden ingezet. Vroeger riep de nacht op tot delen en samenkomen. Het verschijnen van verschillende verschijnselen heeft dit beeld echter ondermijnd.
Het is duidelijk dat de bevolking ‘s nachts een groeiend gevoel van onveiligheid heeft. Vandaag lijkt het belangrijk om een communicatie- en preventieruimte voor het nachtleven te promoten. Het is van essentieel belang dat deze sector advies en steun krijgt om een lokaal beleid te ontwikkelen voor een efficiënt beheer van het nachtleven en de nachtrust.
2° Presentatie van veelbelovende praktijken:
De Belgische steden en gemeenten ontwikkelen hun eigen lokaal beleid op het gebied van het nachtleven. Als organisatie zonder winstoogmerk ten dienste van de lokale overheden faciliteert BeFUS vzw de samenwerking, ondersteuning en inspiratie in de strijd tegen veiligheid gerelateerde fenomenen en de inzet van innovatieve methodologieën.
Van het grote aantal veelbelovende praktijken die de afgelopen 25 jaar door BeFUS vzw zijn ontwikkeld, aangemoedigd of gepromoot, waren er vele specifiek gericht op het beleid voor het nachtleven via verschillende thema’s zoals (nacht)zwervers nachtlawaai, nachtnetwerk en feestnachten.
BeFUS heeft, als vector van interdisciplinariteit, voortdurend acties bevorderd die een globale en interdisciplinaire samenwerking voorstelden. Zo vinden we bijvoorbeeld de volgende aanbevelingen en praktijken:
- Het Europees Forum voor Stedelijke Veiligheid (EFUS, 2021):
Voor een doeltreffend gediversifieerd nachtleven zijn er enkele kracht- richtlijnen voor de planning en uitvoering van specifieke acties die als leidraad kunnen dienen voor de praktische samenwerking tussen de gemeente en de betrokken lokale actoren in het nachtleven. Met de eerste “fase” bedoelen we: de behoeften en specifieke ontwikkelingsdoelstellingen van de zone in kaart brengen; een “multistakeholder” benadering uitwerken en toepassen, waarbij de relevante stakeholders worden geïdentificeerd; en samen met de geïdentificeerde stakeholders een strategie voor het nachtleven uitwerken.
Ten slotte moeten in deze eerste fase concrete praktische maatregelen worden vastgesteld.
De tweede kracht- richtlijn bestaat uit de “operationalisering” van de concrete acties, op dagelijkse basis, met een specifiek accent op interne en externe communicatie. Een dergelijke operationalisering impliceert de ontwikkeling van een dagelijkse werkmethode en een dagelijks proces met de relevante – vooraf geïdentificeerde – belanghebbenden. Voor een doeltreffende werking is het ook van cruciaal belang om de belangrijkste instrumenten en kanalen voor communicatie en informatie-uitwisseling te identificeren, zowel intern – met de betrokken partners – als extern – met het publiek – vooral met de buurtbewoners en de gebruikers van het nachtleven.
Ten slotte is de derde kracht- richtlijn de fase van ‘analyse en evaluatie’ van de impact van de ondernomen acties op de risicobeperking. Bijvoorbeeld over de vermindering van de negatieve gevolgen van drugsmisbruik en seksuele intimidatie. Bij een dergelijke evaluatie moeten de sterke en de zwakke punten van de uitgevoerde acties worden geanalyseerd en nieuwe perspectieven worden vastgesteld.
- De stad Brussel heeft een charter van het nachtleven waartoe bars, cafés, concert- en theaterzalen, nachtclubs en restaurants kunnen toetreden. Het charter wordt als volgt omschreven: “Het biedt een kader voor het nachtleven, dat aansluit op de levenskwaliteit in de wijken, het beleid op het vlak van preventie en veiligheid voor de burger en het evenwicht tussen nachtelijke activiteiten van uitgaanscentra en de functie die een wijk speelt voor haar inwoners.”
Deelnemende instellingen moeten zich verbinden tot het naleven van een reeks principes, zoals het vermijden van overmatig alcoholgebruik en problematisch drugsgebruik, en het vermijden van intimidatie en geluidsoverlast. Degenen die zich bij het charter aansluiten, hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan een overleg om het nachtleven van de stad Brussel vorm te geven. De verantwoordelijken van de aangesloten inrichtingen hebben een directe link met de Stad Brussel en worden ondersteund door een toolbox met contacten van bevoorrechte partners en toegang tot opleiding van het personeel.
- Bij gebrek aan een duidelijke visie over het nachtleven in Gent heeft de stad een actieplan ‘Nightlife’ ontwikkeld dat erop gericht is om in de toekomst samen met de verschillende belanghebbenden uitdagingen en opportuniteiten aan te gaan. In 2020 heeft de stad samen met de belangrijkste spelers in het Gentse nachtleven een gewenst profiel voor het nachtleven ontwikkeld. Die bestaat uit actieplannen en een ondersteuningsbeleid voor de “nachteconomie”. Om dat te realiseren werd in 2021 een Nightlifecoach aangeworven en een Nightlife Council opgericht. Die coach maakt deel uit van de dienst Economie en fungeert niet alleen als eerste aanspreekpunt voor de sector, maar is ook verantwoordelijk voor de uitvoering en monitoring van het actieplan Nightlife. In die hoedanigheid is hij tevens voorzitter van de Nightlife Council en vertaalt hij als bruggenbouwer de vragen en ambities van de sector naar beleidsvoorstellen en vice versa. In de Nightlife Council hebben vertegenwoordigers van de sector, de Nightlifecoach, Horecacoaches en onafhankelijke experts op het gebied van geluid, nachteconomie, drugsgebruik, ecologie, enz. een vaste zetel.
- In mei 2018 richtte de Stad Luik een Nachtraad Dat overlegorgaan bestaat uit vertegenwoordigers van het Luikse feestleven (horeca-uitbaters, festivalorganisatoren, studenten, …), politie, brandweer, verschillende betrokken gemeentelijke diensten (handel, onderhoud, …) en vertegenwoordigers van de gekozen politieke partijen binnen de gemeenteraad. Het heeft tot doel adviezen en voorstellen te leveren aan de gemeentelijke overheid op het gebied van het uitgaansleven. Het is in dat kader, en meer bepaald in het kader van de ontwikkeling van preventieve acties voor feestelijke evenementen in Luik, dat de Stad Luik een communicatiecampagne heeft opgezet die gericht is op jongeren die feestelijke evenementen bijwonen.
3° Conclusie
Het nachtleven omvat attitudes die overdag weliswaar aanwezig zijn, maar nog steeds in de minderheid zijn. Veel jongeren, vooral vrouwen, hebben ‘s nachts een groeiend gevoel van onveiligheid. Daarom is het belangrijk deze sector te ontwikkelen, waarvoor een complexe aanpassing nodig is van lokale overheidsdiensten, advies en steun om een beleid voor het beheer van het nachtleven te ontwikkelen.
Nachtbemiddelaars en hun aanwezigheid in de straten van de stad Brussel dragen bij tot een groter gevoel van veiligheid.
Het doel van de lokale teams van nachtbemiddelaars is bij te dragen tot de verbetering van het veiligheidsgevoel van de burgers door het bevorderen van het samenleven in de openbare ruimte en bijgevolg van de levenskwaliteit van de burgers. Niettemin blijft de politie het enige middel dat de hele nacht kan worden ingezet. Maar laten we niet vergeten dat de nacht ook synoniem is met delen en samenzijn, ook al heeft de opkomst van verschillende fenomenen dit beeld ondermijnd.
Mobiliteit en verkeersveiligheid, verstoringen van de openbare orde, vechtpartijen, vandalisme, openbaar dronkenschap, sluikstortingen, seksueel grensoverschrijdend gedrag, enz., de uitdagingen die het nachtleven voor beleidsmakers met zich meebrengen lijken haast onbegrensd. Als conclusie kan worden gesteld dat steden en gemeenten die een antwoord willen bieden op de problemen gerelateerd aan het nachtleven dienen te zoeken naar het evenwicht tussen en de co-existentie van het dag- en nachtleven. De uitdagingen kunnen het best op een integrale en geïntegreerde manier worden benaderd om resultaten te bereiken. Het is immers gebleken dat de politie vaak een eenzame overheidsactor is binnen het nachtleven, maar dat ondersteuning van andere overheidsinstanties en andere vormen van interventies dan de politionele, steeds essentiëler lijkt om problemen gerelateerd aan het nachtleven op te lossen
BeFUS vzw adviseert de oprichting of versterking van een lokale nachtraad, intersectoraal, met preventieambtenaren, politie, vzw’s voor opvang en beperking van risico’s in verband met drugsverslaving, ambulances en hulpdiensten, en vooral beheerders van nachtclubs, HoReCa, festivals, ruimten en nachtspelen, d.w.z. een niet-verkozen adviesorgaan zonder lokale verkozenen dat advies geeft en aanbevelingen doet voor de transversale integratie van nachtkwesties in het lokale beleid inzake veiligheid en openbare rust
Prostitutie en sekswerk
Prostitutie en sekswerk vereisen dat veiligheidsactoren rekening houden met de verschillende doelgroepen die door dit probleem worden getroffen. Hiervoor is het evenzeer een begeleiding te ontwikkelen voor sekswerkers, controle en ondersteuning van klanten, om het luisteren naar buurtbewoners te bevorderen en hen eventueel bemiddeling te bieden.
Toxicomanie
Het veiligheidsbeleid rond drugsverslaving houdt rekening met de behandeling van klachten van buurtbewoners over de overlast in verband met problematisch gebruik in de openbare ruimte, maar ook met het lokale beheer van illegaal verkeer en de gevolgen daarvan.
Economische criminaliteit
Ondanks het feit dat financiële criminaliteit op lokaal niveau moeilijk aan te pakken is, lijkt het essentieel om niet af te wijken van onze overwegingen over veiligheid, de verschillende vormen van fraude, de zogenaamde “witteboordencriminaliteit” en de mogelijke georganiseerde criminaliteit die daaruit voortvloeien.
Wapenhandel
Ondanks het feit dat wapenhandel op lokaal niveau niet makkelijk aan te pakken is, lijkt het belangrijk om het bestaan van wapenhandel en messen in België te overwegen en de gevaren die daaruit voortvloeien te voorkomen op lokaal niveau.
Toerisme overlast
Toerisme is een factor die kan bijdragen aan de ontwikkeling van de sociaaleconomische gezondheid van een gemeente, maar ook veel overlast kan veroorzaken en dit rond twee hoofdassen, namelijk: het beheer van openbare ruimtes voor iedereen inclusief voor bewoners die zich misschien beroofd of uitgesloten voelen van hun gebruik in het geval van een massale en permanente aanwezigheid van toeristen en de veiligheid van toeristen op lokaal grondgebied.