Burgerparticipatie wordt gezien als een reële mogelijkheid voor veel steden en gemeenten om dichter bij hun burgers te komen teneinde een overheidsbeleid te ontwikkelen dat aansluit bij hun behoeften. Zo maken de verschillende niveaus van participatie (zoals co-constructie, raadpleging of overleg, enz.) het mogelijk een nabijheid te ontwikkelen tussen de plaatselijke diensten en de burgers.
“Samen optreden tegen onveiligheidsgevoelens” Praktische handleiding voor lokale actoren (2010) (BEFUS, VVSG, FRB). Wij spreken over burgerparticipatie in het kader van het overheidsbeheer. Het gaat erom de “stad” (in de ruimste zin van het woord) samen met haar gebruikers (de “burgers”) te beheren door hen bij het beheer te betrekken of door met hen rekening te houden bij de beslissingen. Het eerste doel van burgerparticipatie is dus de uitvoering van een democratisch beheer van de stad. Er moet rekening worden gehouden met twee andere kwesties: financiële (de betrokkenheid van de burgers is vaak een van de criteria voor de toekenning van subsidies) en electorale (de verkiezingskalender kan van invloed zijn op de aanwezigheid van verkozen ambtenaren op bijeenkomsten met de bewoners).
Wettelijk kader op lokaal niveau
- Omzendbrief van 2001 van de Minister van Binnenlandse Zaken over buurtinformatienetwerken
- Vlaams gemeentedecreet van 6 juli 2005 en de code van goed bestuur van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Het Waals Gewest werkt momenteel (2010) aan een verordening over burgerparticipatie om de lokale democratie te verbeteren en de gemeenteraad in staat te stellen een participatiebudget toe te kennen aan projecten die uitgaan van buurtcomités of bewonersgroepen.
Financiering
Plan voor sociale cohesie, Stedenfond, Programma Grote Steden.
Oproep tot het indienen van projecten op het gebied van interculturaliteit en burgerschap door minister Simonis (Federatie Wallonië-Brussel)