Tekst van het VSPP “Vast Secretariaat voor Preventiebeleid” – FOD Binnenlandse Zaken
1) Voorgeschiedenis
Ter herinnering, naar aanleiding van de tragedies van de jaren ’80 (agressies gepleegd door de “Brabantse moordenaars”, de aanslagen van de CCC, het Heizel-drama en het oproer in Vorst) en door de gezamenlijke stijging van de onveiligheid en het onveiligheidsgevoel, verbond de regering zich op 9 maart 1992 ertoe om een contractueel beleid te ontwikkelen dat de Staat, de gewesten en de gemeenten verenigt, en werden de eerste veiligheidscontracten opgericht. Dit regeringsakkoord voorzag bovendien in de oprichting van een permanente structuur met bevoegdheden in preventie-aangelegenheden : het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid.
Het beleid dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken vanaf 1992 wou voeren, wordt gekenmerkt door de uitwerking, op gemeentelijk niveau, van een beleid inzake criminaliteitspreventie. Het betreft dan ook het de ontwikkeling van een geïntegreerde aanpak die alle actoren betrokken bij preventie verenigt: zowel de lokale, gewestelijke, gemeenschaps-, als federale overheden.
Hoewel het elke gemeente vrij stond om zelf initiatieven te lanceren, moesten deze initiatieven – en dit tot 31 december 2001 – echter kaderen binnen het algemene patroon van de contracten, die zich baseren op twee pijlers: het luik politie en het luik preventie. In totaal zijn 29 steden en gemeenten betrokken bij dit dispositief.
Het luik politie had als doel de ontwikkeling van een buurtpolitie, de aanwerving van hulppolitieambtenaren, de verbetering van de commissariaten en hun beveiliging, de versterking van de rol van de politie ten aanzien van slachtoffers door de opening van bureaus voor slachtoffersbejegening.
Het luik preventie was meer gericht op de omkaderingsproblematiek van bepaalde achtergestelde groepen (druggebruikers, schoolverzuimers, …) en van maatschappelijk zwakke groepen (zoals de bejaarden). Het doel bestond erin bepaalde categorieën van burgers en bepaalde wijken, die in het bijzonder geconfronteerd werden met delinquentie (onveiligheidsgevoel) met behulp van preventiedispositieven te bereiken.
In 1996 kwam een nieuw luik bij de veiligheidscontracten: de “Stedelijke vernieuwing”. Veertien pilootgemeenten hebben dit derde luik bijgevoegd aan het programma van hun veiligheidscontract, dat van een andere naam werd voorzien, nl. “veiligheids- en samenlevingscontract”. Dit nieuwe initiatief gebaseerd op het transversale karakter van de beleidsvormen, houdt vijf krachtlijnen in: de strijd tegen armoede, de verbetering van de stedelijke omgeving en van de levensomstandigheden in de wijken, een verhoogde politionele aanwezigheid, een sociale geïntegreerde ontwikkeling en de oprichting van justitieantennes.
Naast de Veiligheids- en Samenlevingscontracten zijn er tot 31 december 2001 ook nog de Preventiecontracten. De Preventiecontracten, die met ene getal van 46 zijn, ontstonden in hetzelfde licht en zijn gebaseerd op hetzelfde principe van de Veiligheids- en Samenlevingscontracten (cfr. KB van 05.07.1994). Deze contracten zijn bestemd voor de middelgrote Belgische steden en gemeenten en moeten ervoor zorgen dat preventie op verschillende niveaus kan worden georganiseerd teneinde een betere veiligheid te bekomen op hun grondgebied. Het grote verschil met de Veiligheids-en Samenlevingscontracten bestaat in het feit dat deze preventiecontracten slechts 1 luik bevatten, nl. het luik Preventie.
2) De ” nieuwe ” contracten 2002-2003
Vanaf 1 januari 2002 zal dit onderscheid tussen de Veiligheids- en Samenlevingscontracten niet meer gemaakt moeten worden, daar de Ministerraad de inhoud en de budgetten van de 73 “nieuwe” lokale veiligheidscontracten, die voortaan “Veiligheids- en Preventiecontracten” zullen heten, pas heeft goedgekeurd. Deze wijziging heeft als doel om de nadruk te leggen op de wijzigingen aangaande de uitvoering, de structuur en de werking van de contracten. Twee voornaamste factoren liggen aan de basis van deze veranderingen: de resultaten van grondige evaluaties van contracten en van politiehervormingen.
De Politiehervormingen
De Octopusakkoorden en ook de Wet van 7 december 1998 hebben gekozen voor een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus. Deze hervormingen werden al gedeeltelijk op het terrein geconcretiseerd met het ontstaan van de Federale Politie op 1 januari 2001. Op 1 januari 2002 zal de tweede stap van deze hervormingen worden gefinaliseerd met de oprichting van 196 politiezones, waardoor het politionele landschap van ons land aanzienlijk zal veranderd worden.
Nochtans was het luik “politie” van de Veiligheids- en Samenlevingscontracten gebaseerd op het bestaan van de gemeentelijke politiediensten – afhankelijk van de gemeentelijke overheden. Dit luik was geregeld door twee koninklijke besluiten van 1994, die nu obsoleet zijn geworden. Het zou inderdaad onmogelijk geweest zijn om de luiken “Politie” te behouden in de veiligheids- en samenlevingscontracten, daar veel ééngemeentelijke politiediensten op 1 januari 2002 meergemeentelijk worden, in toepassing van de Wet van 7 december 1998. De steun van de federale regering aan deze opdrachten zal vanaf 1 januari 2002 met een federale subsidie aan de politiezone gebeuren. Nochtans ontheft de uitvoering van de hervormingen de gemeenten niet van de verplichting om een geïntegreerd beleid verder te zetten, dat een afstemming verzekert tussen het niet-politionele preventiewerk en het werk van de lokale politie , waaronder de specifieke aanpak van de politionele preventie.
Het is overigens in dit opzicht dat de Burgemeesters de Zonechefs betrokken hebben in de voorbereiding van hun ontwerp van Veiligheids- en Preventiecontract, door hen te laten deelnemen aan de stuurcomités van deze contracten. In ditzelfde licht zullen de gemeentelijke preventiediensten, in de hoedanigheid van experts, ook worden betrokken bij de zonale veiligheidsraden.
De grondige evaluatie van de Contracten
Bij de goedkeuring van de Veiligheids- en Samenlevingscontracten en van de Preventiecontracten in december 1999, besliste de Ministerraad om deze contracten te onderwerpen aan een grondige evaluatie.
Deze evaluatie werd uitgevoerd in de loop van het eerste semester van het jaar 2000, enerzijds door de betrokken besturen (Algemene Rijkspolitie, Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid en Algemene Politiesteundienst), anderzijds na de beslissing van de Ministerraad van 14 juli 2000 in de interkabinettenwerkgroep.
De Ministerraad heeft overigens, bij zijn beslissing van 10 november 2000, de verlenging goedgekeurd van de Veiligheids- en Samenlevingscontracten, alsook van de preventiecontracten, voor de periode van 1 januari 2001 tot 30 juni 2001. Op de zitting van 30 maart 2001, heeft de Ministerraad de verlenging van de contracten goedgekeurd tot 31 december 2001.
3) De toekenningsvoorwaarden van de Veiligheids- en Preventiecontracten
Naar aanleiding van de gedane werkzaamheden in de werkgroepen en in interkabinet op 4 mei 2001, heeft de Ministerraad ingestemd met de verlenging van de Veiligheids- en Preventiecontracten voor een periode van twee jaar vanaf 2002. De Ministerraad heeft tevens zijn akkoord gegeven om de toekenningsvoorwaarden van de contracten te herzien en te objectiveren. Er zijn drie voorwaarden die in aanmerking komen voor dit dispositief.
Het stedelijk karakter :
de gemeenten met meer dan 60 000 inwoners werden geselecteerd.
Het criminaliteitscijfer :
de gemeenten met het hoogste criminaliteitscijfer per inwoner werden weerhouden. Er werd hier niet met alle criminaliteitsvormen rekening gehouden. Enkel de cijfers van autodiefstal, andere diefstallen (met uitzondering van fietsdiefstallen), vandalisme en slagen en verwondingen buiten het gezin, waren doorslaggevend.
De sociaal-economische situatie van de gemeenten :
de gemeenten met de laagste middelde inkomens per inwoner, met meer dan 10 000 inwoners, en met criminaliteitsproblemen (zonder echter het grootste criminaliteitscijfer te hebben) werden opgenomen binnen het dispositief van de veiligheidscontracten.
De gemeenten moeten minstens één van deze drie criteria vervullen om een contract, voortaan “veiligheids- en preventiecontract” genoemd, te krijgen. Op basis hiervan, werd het kiezen van de steden, die in het kader van een veiligheids- en preventiecontract subsidies krijgen, gewijzigd. Hetzelfde geldt voor het bedrag van die toelagen.
Rekening houdend met het ondersteunen van een preventiewerk op lange termijn en het voldoen aan een behoefte van een grotere stabiliteit die uit de evaluatie is gebleken, heeft de Ministerraad beslist dat de contracten een activiteitenperiode van twee jaar zouden omvatten. Dit vooruitzicht om te kunnen plannen op lange termijn, draagt bij tot het versterken van het lokale veiligheidsbeleid en maakt het mogelijk om de initiatieven van het contract beter aan te passen aan een aantal programma’s die werden opgestart door de gewestelijke regeringen, die eveneens meerjaarlijkse programma’s ontwikkelen.
4) De inhoud van de veiligheids- en preventiecontracten 2002-2003
De steden en gemeenten werden verzocht om een voorstel tot veiligheids- en preventiecontract 2002-2003 in te dienen, rekening houdend:
* met de resultaten van de evaluatie die mijn bestuur heeft gerealiseerd en de aanbevelingen die werden geformuleerd,
* met een handboek methodologie ,
* met het Federaal Veiligheidsplan en met de Federale Beleidsnota Drugs,
* met de realisatie van een lokale veiligheidsdiagnostiek,
* maar eveneens met de lokale behoeften.
Alle contracten bevatten zes delen :
* een preambule die de nieuwe benaming van de contracten en de verdwijning van het luik politie betreft.
* de versterking van het gemeentelijke preventiebeleid o.a. door de uitbouw van een degelijke coördinatiestructuur voor het beheer van de projecten binnen het contract en een methodologische ondersteuning : met name de aanstelling van een preventieambtenaar/coördinator, een interne evaluator, de uitvoering van een analyse van de lokale problematiek e.d.; de oprichting van een Consultatieve Preventieraad ; de informatie aan de bevolking over het contract en de lokale veiligheidsproblemen.
* een betere integratie van de doelgroepen via projecten zoals de Dienst ter voorkoming van de agressie en sensibilisering voor de klacht, het straathoekwer, de socio-sportieve en culturele animaties, het buurthuis, het jeugdhuis, de fan-coaching, de preventie in scholen, de preventie-acties jegens senioren, de prostitutie, de psycho-sociale permanenties voor jongeren en gezinnen, de risicoberoepen, de juridische eerstelijnsdienst, de strijd tegen het schoolverzuim via de gemeentelijke schoolbemiddeling.
* functioneel toezicht, technopreventie en aanpak van het onveiligheidsgevoel : stadswachtprojecten, de aanstelling van lijnhelpers, buurtinformatienetwerken, e.d.
* aanpak van de drugsproblematiek: coördinatie van acties inzake druggebruik, de ondersteuning van sensibilisatie-, informatie- en begeleidingscentra, de ambulante hulp aan druggebruikers e.d.
* aanpak van specifieke criminaliteitsfenomenen al dan niet gericht op een specifieke doelgroep : projecten ter voorkoming van diverse vormen van vermogenscriminaliteit, projecten ter bevordering van de verkeersveiligheid, straathoekwerk, technopreventie e.d.
Voor de jaren 2002-2003, zullen niet minder dan 73 steden/gemeenten van een veiligheids- en preventiecontract genieten, wat een jaarlijks globaal budget van 33.162.594,35 € (1.337.775.740 BEF), vertegenwoordigt, waarvan:
* 7.449.806,05 € in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (300.524.431 BEF)
* 14.407.384,95 € in het Vlaams Gewest (581.192.468 BEF)
* 11.305.403,36 € in het Waals Gewest (456.058.841 BEF)
Steden en gemeenten met een contract 2002-2003.
VLAANDEREN | WALLONIE | BRUSSEL |
---|---|---|
Aalst | Anderlues | Anderlecht |
Antwerpen | Boussu | Auderghem / Oudergem |
Blankenberge | Charleroi | Bruxelles / Brussel |
Boom | Chatelet | Etterbeek |
Brugge | Colfontaine | Evere |
De Haan | Couvin | Forest / Vorst |
De Panne | Dinant | Ixelles / Elsene |
Diest | Dour | Koekelberg |
Drogenbos | Farciennes | Molenbeek-Saint-Jean / Sint-Jans-Molenbeek |
Eeklo | Fléron | Schaerbeek / Schaarbeek |
Genk | Fontaine-l’Evêque | Saint-Josse-Ten-Noode / Sint-Joost-Ten-Node |
Gent | Frameries | Saint-Gilles / Sint-Gillis |
Hasselt | Huy | Uccle / Ukkel |
Herentals | La Louvière | |
Houthalen-Helchteren | Liège | |
Knokke-Heist | Mons | |
Koksijde | Morlanwez | |
Kortrijk | Namur | |
Leuven | Nivelles | |
Lier | Ottignies-L-L-Neuve | |
Lokeren | Peruwelz | |
Machelen | Quaregnon | |
Mechelen | Seraing | |
Menen | Tournai | |
Middelkerke | Verviers | |
Mortsel | ||
Nieuwpoort | ||
Oostende | ||
Ronse | ||
Sint-Niklaas | ||
Sint-Truiden | ||
Turnhout | ||
Vilvoorde | ||
Wijnegen | ||
Zaventem |