Inclusie

De inclusie van individuen in hun leefomgeving vereist langdurige reflectie op de sociaal- economische situatie en toegang tot gezondheidszorg voor mensen.

Er moet bijzondere aandacht worden    besteed    aan    een    bepaald    publiek,    zoals jongeren (namelijk     via     schoolhulp), een migrantenpubliek en mensen die aan een verslaving lijden. Om de inclusie van deze doelgroepen te helpen, is het vandaag belangrijk om naast het opleiden voor het gebruik van de media, een actieve burgerparticipatie te ontwikkelen.

Sociale inclusie

1° Inleiding  

Sociale inclusie verwijst naar het geheel van acties die het mogelijk maken een positieve band te creëren tussen het onthechte individu en zijn of haar omgeving. We kunnen deze acties bundelen met betrekking tot werkgelegenheid, huisvesting, recht en gezondheid.  We beschouwen de begunstigden van deze meervoudige acties dan als mensen met “meervoudige diagnoses” omdat de ene moeilijkheid kan leiden tot een andere en de geboden hulp betrekking heeft op meerdere actieterreinen tegelijk.   

In grootschalige onderzoeken naar meervoudig drugsgebruik (Eurotox, 2010) ziet men bijvoorbeeld dat één op de vier personen die dakloos zijn drugsverslaafd is of  een psychiatrische problematiek heeft. 

Multidiagnose =   

Bij dit thema wordt een prominente plaats toegekend aan “transversale” acties, omdat het raakt aan verschillende (leef)gebieden waarbij verschillende actoren betrokken zijn. Hier zijn bij de gebieden van gezondheid, werkgelegenheid en huisvesting duizenden actoren uit het veld betrokken.   

Er is ook veel wetgeving waarmee rekening moet worden gehouden. Bijvoorbeeld het arbeidsrecht, de wetgeving inzake huisvesting of het medisch recht. Dit maakt het moeilijk om concrete maatregelen te nemen die ook toepasbaar zijn in andere situaties, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting of gezondheid. Dit zijn binnen het Belgische institutionele kader namelijk gewestelijke bevoegdheden. Elk van de drie gewesten in België heeft een eigen huisvestingscode opgesteld, die alle wettelijke bepalingen bevat die door de gewestelijke autoriteiten zijn vastgesteld en die van toepassing zijn op huisvesting. We wijzen er ook op dat de toegang tot het recht op zich al een werkelijke uitdaging vormt wat inclusie betreft.  

Hier rijst een relevante empirische vraag: is het de verantwoordelijkheid van het lokale niveau om te werken aan de inclusie van mensen met meerdere diagnoses (geestelijke gezondheid/huisvesting/verslaving/sociale onthechting, schooluitval en uitval op het werk)? Als het niet de taak is van de gemeenten in het kader van hun preventie- en veiligheidsbeleid, wie is er dan verantwoordelijk voor?     

Bij de ontwikkeling van een transversale strategie ter ondersteuning van groepen die door meerdere diagnoses worden getroffen, zijn de belangrijkste kwesties de volgende:   

2° Veelbelovende praktijken  

De Belgische steden en gemeenten ontwikkelen hun eigen lokaal beleid op het gebied van preventie, veiligheid en sociale cohesie. Als non-profit organisatie ten dienste van de lokale overheden faciliteert BeFUS vzw de samenwerking, ondersteuning en inspiratie in de strijd tegen veiligheidsgerelateerde fenomenen en de inzet van innovatieve methodologieën. Van het grote aantal veelbelovende praktijken die de afgelopen 25 jaar door BeFUS vzw zijn ontwikkeld, aangemoedigd of gepromoot, waren er verschillende specifiek gericht op inclusie door middel van huisvesting, gezondheid, werk of recht. Hoewel de meeste van deze praktijken de nood aan een “globale” benadering van inclusie weerspiegelen, zijn er maar weinig praktijken die rechtstreeks betrekking hebben op inclusie op meerdere niveaus en dus op ondersteuning van mensen met meerdere diagnoses.   

BeFUS, een hefboom voor transversaliteit, heeft deze manier van werken echter voortdurend aangeprezen.  Bij wijze van voorbeeld willen we drie praktijken voorstellen die voldoen aan de volgende analytische criteria: een veelbelovende methodologie, een transversale aanpak, de noodzaak  het wettelijk kader aan te passen, specifieke financiering, een uitstekende evaluatie en/of communicatie.   

2011: een studiedag georganiseerd door de dienst “Gelijke kansen” van de Stad Namen onder de titel “Voorbij de grenzen van het mogelijke, van patstelling naar overleg… Wanneer voorzieningen voor hulp, zorg, gezondheid en preventie samenkomen”. Het doel van deze dag was om veiligheidsprofessionals kennis te laten maken met verschillende voorzieningen voor het werken via netwerking en overleg, en om andere “mogelijkheden” in de praktijk op het terrein te co-creëren.   

2013: promotie door BeFUS van het federale project “Housing First Belgium” uitgevoerd door SMES-B (Santé Mentale et Exclusion Sociale – Belgique) op basis van dit model “Huisvesting First”, ondersteund door de Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Maggie De Block, en gesubsidieerd door de Nationale Loterij. 1.720.000,00 € werden dus toegekend aan de verwezenlijkingvan het globale project in vijf grote Belgische steden: Luik, Charleroi, Gent, Antwerpen en Brussel. Het is moeilijk voor zeer kwetsbare mensen die tegelijkertijd lijden aan verslavingsproblemen, geestelijke gezondheidsproblemen en somatische ziekten om toegang te krijgen tot de opvangstructuren voor daklozen. Professionals in de sector zijn slecht uitgerust om deze combinatie van ernstige problemen aan te pakken en hebben niet altijd de tijd om ondersteuning op maat te bieden. Daarom biedt dit model hen directe en onvoorwaardelijke toegang tot huisvesting op lange termijn, aangevuld met aangepaste, persoonlijke en mogelijk intensieve ondersteuning. Deze personen verwerven de vaardigheden om op zichzelf te wonen, bij hen thuis, met de ondersteuning van een multidisciplinair team. Dankzij de huisvesting brengen ze niet langer al hun tijd door met het zoeken naar nachtopvang, een sociaal restaurant, een douche, omdat ze op dezelfde plaats toegang hebben tot een bed, een keuken en een badkamer. De vijftig huurders van het project werden geselecteerd door de noodhuisvestingscentra van de Brusselse regio (SAMU Social, Centre Ariane en Pierre d’Angle) en door de verenigingen die in direct contact staan met de straatbewoners met de meest complexe profielen (Diogènes, Transit, Projet Lama en La Gerbe).   

 4/12/2014: workshop in het gemeentehuis van Schaarbeek tijdens de bijeenkomst voor de uitwisseling van praktijken van CLDB (BeFUS vzw) over  “partnerschappen en synergieën tussen preventiediensten en de psychosociale diensten van het OCMW, de jeugddiensten, de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en andere diensten van de gemeenten” voor de behandeling en de opvolging van verslavingen.  

3° Conclusie 

BeFUS vzw biedt de mogelijkheid om gevoelige/nieuwe/(her)opkomende uitdagingen aan te gaan en verder te bouwen op de reeds verworven expertise op dit gebied. In 2019 waren de aanbevelingen ter bevordering van de sociale inclusie de volgende:  

Vandaag, in 2021, willen we benadrukken dat het nodig is om acties te ondersteunen voor de inclusie van mensen met meerdere diagnoses, wat twee belangrijke gevolgen heeft:  

De gemeentelijke preventiediensten worden immers  als de belangrijkste actor voor de inclusie naar voren geschoven, dankzij :   

De belangrijkste uitdagingen om te komen tot een transversale aanpak en samenwerkingsverbanden rond inclusie op meerdere niveaus zijn:   

Tijdens de covidcrisis werd de dagelijkse praktijk van de gemeentelijke preventiediensten verstoord (werken in noodsituaties en inspelen op nieuwe behoeften). Door hun centrale rol bij het contact met en de inclusie van mensen in allerhande (en vaak meervoudige) uitsluitingssituaties zijn deze lokale spelers nog essentiëler dan voorheen. Zo worden de levens van daklozen en mensen die drugs gebruiken bijvoorbeeld bijzonder zwaar getroffen door de crisis en vormde de verbetering van hun (medische) omstandigheden een prioriteit. Sommige partnerschappen zijn tijdens de crisisperiode versterkt en er zijn ook nieuwe ontstaan, wat wijst op het essentiële karakter ervan. Door middel van sociale en levensnoodzakelijke hulp heeft de gemeente (opnieuw) een vertrouwensband kunnen smeden met het publiek, om zo te kunnen inzetten op sociaal en werk en inclusie (OCMW’s, voedselbanken, toezicht op vrijwilligers, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en thuiszorg).  

Sociale inclusie verwijst naar alle acties die het mogelijk maken om een positieve link te creëren tussen het individu (in het proces van een sociale breuk) en zijn omgeving. We kunnen deze acties combineren als gerelateerd aan de domeinen werkgelegenheid, huisvesting en gezondheid.

Inclusie van jongeren

De inclusie van jongeren is een sleutel voor de toekomst van elke samenleving. Of het nu gaat om de ontwikkeling van opvangcentra of activiteiten in de openbare ruimte, is het essentieel om jongeren kwalitatief hoogwaardige onderwijsondersteuning te bieden.

Educatieve ondersteuning

Educatieve ondersteunende activiteiten stellen zowel binnen als buiten scholen in staat de toegang tot onderwijs te verbeteren en zorgen voor de ontwikkeling van kennis, kritisch denken en de sociale en professionele ontwikkeling van jongeren.

Inclusie van het migrantenpubliek

Het migrantenpubliek is een integraal onderdeel van onze samenleving. Hun inclusie in de gastsamenleving is essentieel in het licht van het Europese migratiebeleid dat de status van migranten en de procedures voor vrijwillige terugkeer ingewikkeld maken en raden professionelen aan om te reageren op illegale immigratie.

Inclusie en verslavingen

Verslavingen in brede zin kunnen verwijzen naar overmatig gebruik van drugs, alcohol of medicijnen, maar ook, gezien het feit dat ze in de loop van de tijd evolueren, naar de gevaren van overmatig gebruik van videogames, telefoon, internet of zelfs sport.

Digitale inclusie

Gezien de “digitale kloof” die bij veel burgers wordt waargenomen, lijkt het essentieel om toegang en opleiding tot de media en tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te ontwikkelen. Bovendien vereist de snelle en exponentiële evolutie van digitaal dat iedereen zijn persoonlijke gegevens beschermt en die van anderen respecteert via de GDPR.

Burgerparticipatie

1° Inleiding  

Burgerparticipatie vereist een voortdurende reflectie over het gevoel van betrokkenheid van de burgers bij de overheid. Vertrouwen in de instellingen en belangstelling voor de politiek zijn van invloed op de sociale cohesie en de participatie van de burgers.

Burgerparticipatie wordt voor verschillende steden als een reële kans gezien om dichter bij hun burgers te komen om een openbaar beleid te ontwikkelen dat aansluit bij hun behoeften. Zo maken de verschillende participatieniveaus (zoals co-constructie, raadpleging of overleg, enz.) het mogelijk om de nabijheid tussen lokale diensten en burgers te ontwikkelen.

Het doel is de “stad” (in de ruimste zin van het woord) samen met haar gebruikers (de “burgers”) te beheren door hen bij het beheer te betrekken of door met hen rekening te houden bij beslissingen. Het eerste doel van de burgerparticipatie is dus de verwezenlijking van een democratisch beheer van de stad. Er moet rekening worden gehouden met twee andere kwesties: financiële (de betrokkenheid van de burgers is vaak één van de criteria voor de toekenning van subsidies) en electorale (de verkiezingskalender kan van invloed zijn op de aanwezigheid van verkozen ambtenaren op bijeenkomsten met de bewoners).

Volgens het eindrapport van BruVoice over sociale cohesie in Brussel (BruVoice, 2018) hebben Brusselaars bijvoorbeeld een matig vertrouwen in de politiek en politici. Volgens hun studie over sociale cohesie is de gezondheidszorg de instelling die de Brusselaars het meest vertrouwen. Slechts een minderheid van hen is betrokken bij politieke acties en dit houdt positief verband met het opleidingsniveau van de burger.

Aangezien de mate van betrokkenheid en participatie van de burgers ook afhangt van het vertrouwen in de lokale politiek en dienstverlening, rijzen een aantal relevante vragen: hoe kunnen vertrouwen en wederzijds respect tussen lokale overheden en burgers worden bevorderd in het licht van de toenemende gevoeligheid voor extreme en polariserende discoursen? Als dit niet de taak is van de gemeenten in het kader van hun preventie- en veiligheidsbeleid, wie is er dan wel mee belast?   

Bij de ontwikkeling van een transversale strategie ter verbetering van de betrekkingen tussen lokale diensten en burgers zijn de volgende hoofdpunten naar voren gekomen:

2° Veelbelovende praktijken  

De Belgische steden en gemeenten ontwikkelen hun eigen lokale beleid inzake preventie, veiligheid en sociale cohesie. Als vzw ten dienste van de lokale overheden vergemakkelijkt BeFUS vzw de samenwerking, de ondersteuning en de inspiratie in de strijd tegen veiligheid gerelateerde fenomenen en de inzet van innoverende methodes.

Van het grote aantal veelbelovende praktijken die de afgelopen 25 jaar door BeFUS vzw zijn ontwikkeld, aangemoedigd of gepromoot, waren er vele specifiek gericht op burgerparticipatie via de participatieniveaus (zo publiceerde BeFUS in 2010 “Samen actie ondernemen tegen het onveiligheidsgevoel” waarin de verschillende participatieniveaus werden geanalyseerd (informeren, raadplegen, overleggen, coproduceren, beslissen) en de rollen die zij impliceren) en de nabijheid tussen lokale diensten en burgers (bv. het EFUS-colloquium “Politie/Bevolking” in 2015 over het belang van de rol van de burgers volgens het vertrouwen dat aan de politie wordt gegeven en de verwachtingen van de burgers.

BeFUS heeft, als vector van interdisciplinariteit, voortdurend acties bevorderd die een globale en interdisciplinaire samenwerking voorstelden. Zo vinden we bijvoorbeeld de volgende praktijken:

3° Conclusie 

De vzw BeFUS biedt de mogelijkheid om gevoelige/nieuwe/(her)opkomende uitdagingen aan te pakken en voort te bouwen op de deskundigheid die op dit gebied reeds is verworven. In 2021 zijn de aanbevelingen voor het bevorderen van burgerparticipatie en wederzijds respect tussen lokale overheden en burgers de volgende:

De belangrijkste uitdagingen die moeten worden aangegaan om een interdisciplinaire en op samenwerking gebaseerde aanpak van burgerparticipatie te ontwikkelen zijn: