De openbare ruimte bevat ruimten die bevorderlijk zijn voor het delen, mengen en samenleven of, integendeel, ruimten die ongeschikt, afgezonderd of weinig gebruikt zijn. Het is noodzakelijk dat de actoren van de stad (stadsplanners, enz.) hun interventiegebied kennen, zowel in hun morfologische als in hun sociale dimensie. De kwesties in verband met de openbare ruimte hebben betrekking op de ontwikkeling van de ruimte, het delen ervan en de mobiliteit erin om door allen gedeelde veilige ruimten te bevorderen.
Manifest “Veiligheid, democratie en steden” (EFUS) (2010): aanbeveling: “De openbare ruimte als collectief erfgoed, plaats voor ontmoeting, dialoog, gezelligheid, gemengd gebruik en publiek en culturele verrijking moet op waarde worden geschat, voor iedereen toegankelijk zijn en een plaats zijn waar mensen zich prettig en veilig voelen.”
Wettelijke kader op lokaal niveau
Wet van 3 augustus 2014 tegen seksisme naar aanleiding van de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (bekend als de “genderwet”), teneinde de daad van discriminatie strafbaar te stellen.
